Handige woorden en zinnen
Ontmoetingen
Begroetingen - Goedemorgen, goedemiddag....
Een gesprek voeren - Ja, nee, bedankt....
Afscheid - Tot ziens, vaarwel.....
Mensen en relaties
Familie - Vader, moeder, kind....
Vrienden - Vriend, buurman, collega
De menselijke levenscyclus - Geboorte, leven, dood....
Beroepen - Bakker, slager, tolk, vertaler....
Liefde - Ik hou van jou, verliefd, afspraakje.....
Gevoelens - Blijdschap, moed, treurig.....
Huwelijk - Trouwen, bruid, huwelijksreis...
Kinderen - Peuter, kleuter, tiener....
Scheiding - Omgangsregeling, alimentatie, ex-man....
De dood - Sterven, begrafenis....
Psychologie - Bewustzijn, gedrag, gevoelens...
Het uiterlijk
Uiterlijk - Blond, lang, bril, snor
Sieraden - Armband, halsketting, hanger...
Getallen
Telwoorden - Een, twee, drie....
Rangtelwoorden - Eerste, tweede, derde...
Fracties - De helft, een kwart, een derde.....
Veelvouden - Beide, enkele, een dozijn....
Kwantiteit - Alles, niets, veel, weinig...
Tijd
Tijdseenheden - seconde, minuut....
Dagdelen - ochtend, middag, avond.....
Dagen - maandag, dinsdag....
Maanden - januari, februari.....
Seizoenen - lente, zomer....
Feestdagen - Kerstmis, pasen....
Decennia - De jaren tachtig, de jaren negentig....
Tijdperken - De prehistorie, de middeleeuwen....
Het verleden - gisteren, vorige week.....
Het heden - vandaag, deze week.....
De toekomst - morgen, volgende week....
Klokkijken - Het is vier uur, het is half zes.....
Overige tijdsaanduidingen - Vaak, nooit, soms, altijd....
Sport en vrije tijd
Sporten - Voetbal, tennis, basketbal...
Spellen - Kaartspel, computerspel, bordspel...
Voetbal - Doelpunt, aanvaller, verdediger...
Schaken - Koning, loper, toren...
Winkelen
Winkelen algemeen - Winkel, wat kost het? .....
Soorten winkels - Bakker, slager, groenteboer
Bij de bank - Bankpas, geld opnemen....
In het postkantoor - Postzegel, brief....
Lichaam en gezondheid
Het menselijk lichaam - Hoofd, mond, hand, voet...
Eten, drinken en genieten
Restaurant algemeen - Ober, bediening, wijnkaart...
Eetgelegenheden - Pizzeria, bistro, cafetaria....
Alledaags eten - Brood, boter, groente....
Principiële eters - Vegetariër, koosjer, halal....
Alcoholische dranken - Bier, wijn, ....
Koude dranken - Water, melk, sap....
Warme dranken - Koffie, thee.....
Groente - Bloemkool, andijvie, broccoli.....
Fruit - Appel, banaan, citroen....
Tussendoortjes - Snoep, koek....
Toetjes - Fruit, yoghurt........
Eetgerei - Bord, lepel, vork....
Smaak - Lekker, zoet, zuur.....
Roken - Sigaret, aansteker....
Geografie
De vier windstreken - noord, zuid, oost.....
Werelddelen - Afrika, Europa, Azië.....
Materialen en eigenschappen
Kleuren - Rood, blauw, groen....
Sterrenkunde
Ons Zonnestelsel - Aarde, Venus, Mars....
Hemellichamen - Planeet, maan, ster....
"Het zijn de oudste woorden, -ja- en -nee-, die de meeste aandacht vereisen.
Els mots més antics i més breus -sÃ- i -no- exigeixen la mà xima consideració.
"